Het loopt al tegen het einde van het jaar. We gaan ons weer voorbereiden op het Kerstfeest. Dat noemen we de Adventsperiode; een vierwekelijkse voorbereiding op de komst van de Heer in ons midden. De eerste zondag van de Advent is de laatste zondag van november en tevens het begin van het nieuwe kerkelijk jaar (A jaar), waar het evangelie van Matteüs centraal staat.
De eerste lezing en het Evangelie van de eerste Advent lijken tegenover elkaar te staan. De profeet Jesaja met zijn droom van een wereld waarin alle mensen samenwerken en niemand meer weet wat oorlog is. En de waarschuwing van Jezus om waakzaam te zijn en niet te doen alsof er geen slechtheid in de wereld is. Toch is het maar een schijnbare tegenstelling. Jesaja en Jezus sluiten beiden hun ogen niet voor de ellende van mensen en beiden leggen ze zich er niet bij neer. Het kan en het moet anders om Gods koninkrijk vorm te geven op aarde.
Ook de tweede zondag van de Advent schetst de profeet Jesaja een beeld van een ideale wereld: een wolf naast een lam, een kalf naast een leeuw. Maar deze wereld komt niet vanzelf, dat maakt Johannes de Doper wel duidelijk in zijn harde woorden richting de farizeeën: “Denk niet dat je het allemaal goed hebt, kijk eerst naar wat jouw handelen voortbrengt”. Over de hoofden van de farizeeër vraagt Johannes de Doper ook aan ons of ons handelen bijdraagt tot een wereld waar iedereen in vrede leeft.
Op Gaudete, de derde zondag van de Advent, zijn het vreugdevolle verhalen die we horen uit de Bijbel. Waar eerst droogte en dorheid was, stroomt nu het water en bloeien bloemen. Waar eerst doofheid was, kunnen mensen elkaar verstaan. Waar eerst blindheid was, kunnen mensen elkaar echt zien. Jezus herhaalt deze hoopvolle beelden in zijn antwoord aan Johannes de Doper. Hij geeft geen rechtstreeks antwoord op de vraag of hij de Messias is, maar door deze beelden te gebruiken laat hij zien: Ik ben de Messias.
Bij de lezingen van de laatste zondag van de Advent is er sprake van situaties van onzekerheid en twijfel. In de tijd van Jesaja was er dreiging van een oorlog en in het evangelie twijfelt Jozef of hij wel verder kan gaan met Maria nu zij zwanger blijkt te zijn. Hoe verschillend ook, het zijn beide situaties waarin mensen niet meer weten wat ze moeten doen en niet meer weten wat de beste weg is. God laat mensen niet in de steek en laat van zich horen. God geeft hun hoop door de geboorte van een kind, Immanuel: God-met-ons.
Immanuel: God-met-ons!
Het kerstmysterie begint bij God. God heeft het eerste woord: in het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Want door dat Woord is alles geschapen. Het is een Woord van liefde, dat als een licht schijnt in de duisternis.
…een Woord van liefde dat als een licht schijnt in de duisternis!
Tegenover dit licht wordt de duisternis van deze wereld nog donkerder. De duisternis nam het licht niet aan! Wat een tragiek spreekt er uit deze woorden. Hij kwam in het zijne en de zijnen aanvaardden Hem niet. Het licht is daar, maar ze nemen het niet aan, zij blijven liever in de duisternis. Hij was het leven, maar ze willen het leven niet delen, daarom blijven ze in de dood. Hij is het begin, maar ze beginnen niet, daarom zullen ze nooit tot een goed einde komen. Wie het eerste en het laatste woord voor zichzelf wil houden, kan Gods woord niet aannemen, maar kan daarom ook nooit tot het volle leven komen. Wie Gods woord niet aanneemt, dooft het volle licht, om met een klein lantaarntje zelf zijn weg te zoeken.
Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd. Wat hebben wij dan gezien? Een kind in doeken gewikkeld, een arme timmerman, een rondtrekkende leraar, een gekruisigde die eenzaam en verlaten stierf. Maar zij die in Hem geloven, hebben in Hem Gods barmhartige liefde herkend, zij hebben het woord vernomen van eeuwig leven, zij hebben vergeving van de zonden verkregen, zij hebben Hem ervaren als hun verrezen Heer.
Van die volheid ontvangen wij nog elke dag genade op genade, als wij luisteren naar zijn woord en ons voeden met zijn vlees. Hij wil zijn tent in ons hart planten.
Vredevorst, wat zou het mooi zijn als wij Jezus zo in ons leven zouden toelaten. Wat zou het koor van de engelen ons kunnen bezielen met hun lofzang: “Eer aan God in den Hoge en op aarde vrede, onder de mensen in wie Hij welbehagen vindt”. Want dat welbehagen vindt God in alle mensen, want allen zijn we zijn kinderen. Laten we dat proberen te zijn: vredevolle kinderen van onze Goddelijke Vader. Even vredevol als zijn Zoon Jezus dat was. Moge dit alle dagen van ons leven ons Kerstfeest zijn in heel ons doen en denken.
Augustinus zegt het zo: Hij was het Woord, en het Woord is vlees geworden. De Zoon van God is de Mensenzoon geworden. Hij was God, en Hij is mens geworden. Hij heeft ons mens-zijn aangenomen zonder zijn goddelijkheid te verliezen. Hij heeft zich vernederd en Hij blijft de Allerhoogste. Hij is mens geworden zonder dat Hij ophield God te zijn.
Namens het Pastorale Team, wens ik u een Zalig Kerstmis toe, en ook een Zalig Nieuwjaar,
met de beste wensen voor het jaar 2023.
Paul Kuhlmann, Diaken
Комментарии