top of page

Een askruisje op Valentijnsdag

Dit jaar valt Aswoensdag op 14 februari en dat is de dag waarop een groot deel van de wereld Valentijnsdag, de dag van de liefde, viert. Is het askruisje dat wij deze dag ontvangen en ons eraan herinnert dat we van stof zijn gemaakt en tot stof zullen wederkeren, verenigbaar met deze feestdag van de liefde? Zo’n werelds en commercieel feest als Valentijnsdag moeten we ons als christenen helemaal niet mee inlaten, zult u misschien zeggen. Dit feest heeft niets met ons geloof te maken. Aswoensdag wordt, samen met Goede Vrijdag, door de Kerk aangemerkt als verplichte vasten- en onthoudingsdag, dus op deze dag is het voor een katholiek zeker niet denkbaar om aan de gekte van Valentijnsdag mee te doen. Geen hart van cake of chocolade dus, geen etentje met een geliefde.



Maar als we Valentijnsdag nu even ontdoen van alle commercie en kijken wat de bedoeling van deze dag is, namelijk om iets extra liefs te doen voor je geliefde en/of de mensen die om je geven, dan komt deze feestdag misschien al wat meer in de buurt van hetgeen we op Aswoensdag, de eerste dag van de veertigdagentijd, willen inzetten. Deze tijd is namelijk bedoeld om ons, meer dan in andere tijden van het jaar, tot God te keren, tot Hem die ons allen liefheeft, niet om wat we doen of wat we in het leven hebben bereikt, maar gewoon om wie we zijn, met al onze eigen-aardigheden. Een onvoorwaardelijke liefde dus. Ieder van ons mag zich beschouwen als zijn geliefde. En als zijn geliefden willen wij in deze tijd onze liefde voor Hem tonen, door misschien wat meer en regelmatiger te bidden tot Hem, meer deel te nemen aan de vieringen in de parochie en/of meer te lezen over Hem in de Bijbel. Door te vasten, ons zelf bepaalde dingen te ontzeggen, en meer te leven vanuit een houding dat het leven ons geschonken en niet alles maakbaar is, kunnen wij in deze tijd ook meer ruimte en tijd voor God creëren.


Onze liefde voor God aan Hem laten zien, doen wij ook door onze naasten lief te hebben, en dan vooral de meest kwetsbaren in onze samenleving. We weten immers van Jezus: ‘Alles wat je voor hen hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan’. Wij christenen zijn geroepen om zorg te hebben voor onze naasten. De veertigdagentijd doet wat dat betreft een extra appel op ons om een kwetsbare dichtbij met woord en daad bij te staan en/of aan een project van naastenliefde ver weg, bijvoorbeeld via Vastenactie, een financiële bijdrage te doen. Het geld dat door te vasten wordt bespaard, zou dan aan dit project geschonken kunnen worden. Meer aandacht voor de liefde voor God en voor de medemens, waar we op Aswoensdag, aan het begin van de vastentijd, toe worden uitgenodigd, is dus bij nader inzien aardig te combineren met het wereldse feest van Valentijnsdag.


Maar ik denk dat er zelfs meer verbanden tussen Valentijnsdag en Aswoensdag te vinden zijn. Want het gebruik op Valentijnsdag dat geliefden extra lief voor elkaar zijn, vindt zijn oorsprong dan wel in een heidens feest, maar de naam ‘Valentijnsdag’ is te danken aan de heilige Valentinus. In de jaren 60 van de 3e eeuw, ten tijde van keizer Claudius II, zou hij een voornaam priester in Rome zijn geweest. De keizer zou hem hebben gevraagd om de flauwekul van het bijgeloof in Jezus Christus los te laten en voor de aloude Romeinse goden te kiezen, maar dat weigerde Valentinus. Dat was voor de keizer en vooral voor zijn raadsleden natuurlijk godslastering. Valentinus werd voor de rechter gesleept en toen hij voor hem stond, bad hij hardop of God zo goed wilde zijn het verstand van alle aanwezige heidenen te verlichten. De rechter zou daarop hebben gezegd: “Als uw God, zoals u zegt, licht is, dan zou ik wel eens willen zien of Hij iets van zijn licht aan mijn dochtertje zou kunnen geven; ze is namelijk blind. Kan Hij dat, dan zal ik voortaan in Hem geloven.” En u raadt het al, na een gebed met ongeveer deze woorden, 'Heer Jezus Christus, U bent het ware licht van deze wereld, verlicht ook hier uw dienares', kreeg het dochtertje direct het licht in haar ogen terug. Op deze manier getuigde Valentinus van de liefde van God en overtuigde hij de heidenen tegenover hem om christen te worden, want de rechter en zijn vrouw, en de mensen van zijn huishouden, bekeerden zich terstond.


‘Christus, het Licht’ zullen wij weer zingen tijdens de Paaswake, het moment waarop wij vieren dat Christus uit de dood is opgestaan. Maar daarvoor moest Hij eerst het lijden en de dood aan het kruis ondergaan. Dat was immers nodig voor onze verlossing, onze verlossing van het kwaad, van de duisternis, van de dood. Door dit lijden en deze dood heeft Christus voor ons de weg naar een opstanding uit een duister bestaan, naar een nieuw bestaan in het licht, naar een leven na de dood mogelijk gemaakt. Als dat geen daad van liefde is! In de Bartholomeuskerk in Nootdorp, waar ik al in mijn jeugd naartoe ging en nu nog weleens kom, hangt boven het priesterkoor een groot kruis met corpus met daaronder de tekst ‘Zo lief heeft God de wereld gehad’. Het kruis, het symbool voor het christendom, staat dan ook niet voor de pijn en de dood die mensen met dit martelwerktuig elkaar aandoen, maar juist voor de liefde van God voor ons mensen en het nieuwe leven dat wij door die liefde van Hem ontvangen. Alleen door die liefde van God zijn wij in staat om ook elkaar lief te hebben.


De combinatie van een askruisje, waarmee we worden herinnerd aan ons mens-zijn en de onvoorwaardelijke liefde van God voor ons, én een hart waarmee we getuigen van onze liefde voor elkaar, zijn op deze Valentijns-Aswoensdag dus goed verenigbaar. Deze combinatie helpt ons misschien juist om ons heel bewust te zijn van de Liefde van God waarvoor wij ons de komende veertigdagentijd meer dan anders mogen openstellen. Dat we de komende tijd mogen groeien in het ervaren van Gods liefde en het delen van de liefde met elkaar, zodat we met harten vol liefde straks samen Pasen kunnen vieren. Mede namens het pastoraal team wens ik u van harte een Zalig Pasen toe.


Jos van Adrichem, diaken

bottom of page