top of page

Groeien in Gods barmhartigheid

Wij staan aan het begin van een nieuw kerkelijk jaar (B). Dat begint met Advent, waarvan de eerste zondag op 3 december valt. Deze periode is een tijd van wachten én verwachten. Wij wachten op de komst van onze Heer Jezus. Wij verwachten Zijn geboorte met Kerst. Vol verwachting klopt ons hart voor de komst van Gods Zoon. Net als Maria zijn ook wij ‘in blijde verwachting’ van een God die opnieuw mens wordt. God die zichzelf als het ware ontdoet – in kerkelijke terminologie gebruiken wij het woord ‘ontledigt’ – van Zijn goddelijke majesteit. Om neer te dalen in ons mensenbestaan. En om Zijn solidariteit met mensen te laten zien. Zo openbaart God zich als een zeer nabije God. Als een Vader/Moeder die Zijn/Haar kinderen koestert en liefdevol nabij wil zijn. Als een God van erbarmen; een barmhartige God.



Advent is naast hoopvolle verwachting ook een tijd van voorbereiding op het vieren van Jezus’ geboorte. Tegelijkertijd staan wij in de Adventstijd speciaal stil bij Jezus’ komst in ons hart. Hem in ons hart laten wonen vraagt erom dat wij in onszelf ruimte maken voor Zijn aanwezigheid. Dat wij ontvankelijk worden voor de Geest die het mensenhart bevrucht met Gods genade. De Geest die ons de gezindheid van Jezus zelf leert.


In de Adventstijd vieren wij op 8 december het feest van Maria Onbevlekt Ontvangenis. Hiermee drukt de Kerk haar oeroude overtuiging – die teruggaat tot de eerste eeuwen na Christus – dat Maria’s ziel nog vóór haar geboorte gezuiverd werd. In 1854 heeft paus Pius IX deze overtuiging als dogma afgekondigd. Het idee van het ‘zuiveren van de ziel’ past daarom goed bij Advent als voorbereidingstijd, om Jezus in ons hart te ontvangen. En terwijl het kind in Maria’s buik groeit, groeit in ons het verlangen naar Gods licht onder ons. Ons verlangen naar warmte en vrede. Ons verlangen naar Gods aanwezigheid bij ons en naar Zijn barmhartigheid. Dat is vooral een beweging van God naar ons toe, zoals dat in het kerstverhaal tot uitdrukking komt.


Advent laat ook de omgekeerde beweging zien. De beweging van de mens naar God toe. Die beweging vraagt erom dat wij groeien in Gods barmhartigheid. Dat wij meer mens worden. Voor elkaar, maar vooral ook voor de meest kwetsbaren onder ons. Want die barmhartige God verlangt ook van mensen dat zij elkaar barmhartigheid bewijzen. Dat is een houding of gesteldheid die zich vertaalt in concrete daden, handelingen. Vaak zijn vriendelijkheid en goedheid kenmerken van deze handelingen. Ze komen voort uit de gesteldheid van ons hart. Een hart dat zich laat raken door de nood van de behoeftige ander. In dit opzicht heeft Advent ook iets van een zending. Als missionaire leerlingen stuurt God ons naar mensen die uitgeput, gekwetst en in verwarring zijn. Omdat barmhartigheid Gods wezen is, wil God dat wij ons barmhartig tot de mensen wenden, met hen meevoelen, ons hart voor hen openen en voor hen doen wat Jezus gedaan zou hebben. Zo groeien wij in Gods barmhartigheid.


In de Bijbel heeft het woord ‘barmhartigheid’ ook de betekenis van moederschoot of baarmoeder. Zoals een moeder het kind dat zij in haar baarmoeder draagt toegenegen is, zo is ook God ons moederlijk toegenegen. God gaat teder als een moeder om met de mens, die Hij als het ware draagt in Zijn schoot. Gods blik naar de mens is vervuld van vreugde. God raakt in verrukking wanneer de mens in goedheid groeit, en is diep geraakt bij alles wat de mens schaadt. God hoopt en vertrouwt erop dat wij mensen ons, als Zijn kinderen, steeds meer ontwikkelen naar Zijn bedoeling. En omdat de naam van God ‘Barmhartigheid’ is, is deze ontwikkeling een groei in Gods barmhartigheid.


Groeien in Gods barmhartigheid is groeien in mededogen. Onszelf een meevoelende en meelijdende houding aanmeten. Met hart en oog voor heel de schepping. Vanuit het diepste van onze ziel, begaan en betrokken zijn met Gods schepping. Lucas ziet dit als de passende houding voor hen die Jezus willen volgen. ‘Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is (Lucas 6,36).’ Daarin komt het wezen van de mens tot uitdrukking, dat hij met anderen – met heel de schepping – meevoelt en barmhartigheid betoont. Dan zijn wij op vergelijkbare wijze als Maria ‘bevrucht’ door de heilige Geest.


Namens het pastoraal team van R.K. Parochie de Vier Evangelisten wens ik ons allen een vruchtbare Adventstijd toe. Een zalig Kerstfeest en een gelukkig en barmhartig nieuwjaar.


Duncan Wielzen, pastoraal werker

bottom of page