Engelen en duivels: spiegel van ons hart
- cathiaalkema
- 25 sep
- 3 minuten om te lezen
Wie graag naar films kijkt weet dat het katholieke geloof een geliefd onderwerp is voor scenarioschrijvers om hier een spannend verhaal omheen te bouwen. Neem nu de films gebaseerd op de boeken van Dan Brown die een paar jaar geleden heel populair waren. In de film Angels and Demons (2009) is Vaticaanstad het scenario van een geheime strijd tussen goed en kwaad. Natuurlijk zijn de complotten en sensatie puur fictie, maar het verhaal raakt wel aan een oeroud thema dat mensen altijd heeft beziggehouden: de vraag naar goed en kwaad, verbeeld door engelen en duivels.

Al sinds de eerste eeuwen van het christendom hebben kunstenaars, theologen en gelovigen geprobeerd om dit mysterie in beelden te vatten. De engel verschijnt in wit of goud, een boodschapper van God die licht brengt en de mens op weg helpt. De duivel daarentegen wordt afgebeeld als een donkere gestalte, soms verleidelijk en aantrekkelijk, soms afschrikwekkend en grotesk. Samen vormen ze een soort toneel dat zich niet ergens ver weg afspeelt, maar in ons eigen hart.
Want goed en kwaad zijn niet simpelweg twee externe machten die ons van buitenaf bestoken. Wie eerlijk in de spiegel kijkt, weet dat in ieder van ons die tweespalt aanwezig is. Paulus schrijft het al in zijn brief aan de Romeinen: āHet goede dat ik wil, doe ik niet; maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ikā (Rom. 7,19). Engelen en duivels zijn dus ook symbolen van ons eigen innerlijke gevecht.
Dat gevecht kan op allerlei manieren gevoerd worden. Soms is het groot en dramatisch: de keuze om eerlijk te zijn of te liegen, om te vergeven of te wreken, om op te komen voor een kwetsbare of juist weg te kijken. Vaker echter is het subtieler. Het zit in kleine momenten: kies ik voor gemak of voor aandacht? Voor cynisme of voor hoop? Voor zelfzucht of voor liefde?
De symboliek van engelen en duivels helpt ons om die keuzes zichtbaar te maken. Ze verbeeldt wat zich in ons afspeelt, zodat we het beter herkennen. Het is een spirituele pedagogie: door de duivel te schilderen als de verleider leren we zijn fluisteringen ontmaskeren; door de engel te tekenen als een boodschapper van vrede leren we openstaan voor Gods stem.
Tegelijkertijd mogen we die beelden niet simplistisch maken. Het kwaad is zelden zo duidelijk te herkennen als een demon met hoorns en een drietand. Het verschijnt vaak juist vermomd als iets goeds: efficiƫntie zonder menselijkheid, zekerheid ten koste van vrijheid, succes zonder dienstbaarheid. Evenzo komt het goede niet altijd in hemelse glans, maar soms in iets heel eenvoudigs: een troostend woord, een hand op de schouder, een stilte waarin iemand zich gezien weet.
Daarom zegt de spirituele traditie dat we de geesten moeten onderscheiden. Het gaat erom dat we leren luisteren: wat brengt mij dichter bij God en mijn naaste, en wat trekt mij juist weg van liefde en waarheid? Engelen en duivels zijn dan geen fantasiefiguren, maar hulpstukken om dat onderscheid scherper te maken.
Misschien is dat wel de uitdaging van onze tijd. We leven in een wereld waar grenzen tussen goed en kwaad vaak vervagen. Nepnieuws, manipulatie, politieke polarisatie, de verleiding van consumptie en gemak ā ze vragen van ons een nieuw soort waakzaamheid. Ook vandaag klinken er fluisterstemmen die ons aanzetten tot wantrouwen, angst en verdeeldheid. En ook vandaag zijn er tekens van licht, boodschappers van hoop, die ons uitnodigen om menselijkheid en liefde te kiezen.
Engelen en duivels zijn dus niet zozeer overblijfselen van een middeleeuws wereldbeeld, maar levende symbolen van onze dagelijkse strijd. Ze houden ons een spiegel voor: welke stem volg ik? Wie laat ik mijn keuzes bepalen?
Als gelovigen mogen wij ons troosten met de wetenschap dat het licht uiteindelijk sterker is dan de duisternis. Het kruis en de verrijzenis van Christus zijn daar het grootste teken van. Dat betekent niet dat wij het gevecht kunnen overslaan, maar wel dat we het niet alleen hoeven te voeren. We staan niet machteloos tegenover de schaduwen van ons hart of van de wereld. Er is altijd een Engel die zegt: āWees niet bang.ā
Misschien is dat de diepste boodschap die we kunnen meenemen ā uit een film, uit een schilderij, uit de Schrift. Het kwaad is reĆ«el, en het spreekt tot ons in duizend stemmen. Maar het goede is sterker, omdat het geworteld is in God zelf. En telkens wanneer wij, hoe klein ook, kiezen voor liefde, rechtvaardigheid of trouw, laten we iets van die engelenstem klinken.
Zo wordt ons leven als een stille, maar krachtige film. Een verhaal waarin wij zelf de keuze mogen maken welke rol we aannemen: die van een boodschapper van licht, of die van iemand die de duisternis verder verspreidt.
Tom Kouijzer, pastoor



Opmerkingen