Beelden Vier Evangelisten

Beelden van de vier evangelisten
Bij de in-uitgang van onze Emmauskerk ziet u afbeeldingen van de vier evangelisten. Een evangelist is een schrijver van een evangelie. Het woord evangelie komt uit het Grieks en betekent: “Goede Boodschap”. Zo kennen wij het evangelie naar Matteüs, het evangelie naar Marcus,    het evangelie naar Lucas en het evangelie naVierevangelisten1ar de apostel Johannes. In de beeldende kunst worden deze vier evangelisten sinds de vierde eeVierevangelisten2uw niet alleen afgebeeld in de vorm van menselijke gedaanten, maar ook als symboolgestalten. Deze laatsten werden geïnspireerd door de Bijbelboeken Ezechiël 1 en Openbaring 4. Hierin wordt Matteüs als een mens weergegeven. Marcus als een leeuw, Lucas als een stier en de apostel Johannes als een adelaar. Deze weergave, ook wel tetramorf genoemd (uit het Grieks: vier vormen), is waarschijnlijk zelfs van Syrische oorsprong.
Volgens kerkvader Ireneüs (ca.140 – 202) was wat de profeet Ezechiël in zijn visioen aanschouwde de Logos (het Woord) zelf: “In mijn visioen zag ik hoe een storm uit het noorden kwam opzetten: een grote wolkenmassa waar vuur in opflitste en die omgeven was door een gloed: de wolkenmassa schitterde als blinkend metaal. In de wolken tekenden

zich de gestalten af die op vier levende wezens geleken. Ze zagen er als volgt uit: ze leken op mensen, maar hadden elk vier gezichten en vier vleugels; hun benen waren recht en hun voeten leken op de hoeven van een kalf. Onder de vleugels waren bij de vier op zij mensenhanden zichtbaar. De gezichten van de vier wezens evenals hun vleugels die met elkaar verbonden waren, wendden zich niet als ze zich voortbewogen; ze bewogen zich recht voor zich uit. De gezichten van de vier wezens leken van voren op dat van een mens, rechts leken ze op dat van een leeuw, links op dat van een stier en van achteren op dat van een adelaar. Twee van hun vleugels waren naar boven uitgestrekt en raakten elkaar, de twee andere bedekten hun lichaVierevangelisten3am.” (Ez. 1,4-11)Vierevangelisten4
De apostel Johannes ziet in een visioen Gods troon omringd door vreemde dieren. Zijn beschrijving luidt:
“En rondom de troon waren vier dieren, bezaaid met ogen voor en achter. En het eerste dier geleek op een leeuw en het tweede op een jonge stier, en het derde dier had een gelaat als van een mens en het vierde dier geleek op een adelaar in zijn vlucht. En de vier dieren hadden elk zes vleugels; rondom en van binnen zijn zij met ogen bezet. En zij roepen zonder rusten dag en nacht: ‘Heilig, heilig, heilig, Heer, God, Albeheerser, die was en die is en die komt’, (Openb.4,6b-8). Johannes citeert hier in zijn boek Openbaring dubbel. De lofzang van de dieren ontleent hij aan Jesaja en de beschrijving van de dieren zelf aan Ezechiël. Geïnspireerd door deze visioenen hebben de wezens vier aangezichten en deze zijn eigenlijk afbeeldingen van de werking van de Zoon van God; ze zijn een zinnebeeld van Hem, die in zijn persoon de eenheid van de evangeliën belichaamt: Jezus Christus.
Zo staat de mens voor Zijn menswording, de stier voor Zijn offer, de leeuw voor Zijn verrijzenis en de adelaar voor Zijn hemelvaart.
Bij het verlaten van het kerkgebouw kijken de evangelisten ons nog eens na met een verstilde blik van: ga nu jullie, ga als kerkgemeenschap wel naar alle volken om ook hen tot leerlingen van Jezus te maken (Mt.28,16-20).
Pastoor Kees Dernee