Gerardus Majella

Aangeroepene in nood
Gerardus werd geboren in 1726 in Caposele bij Napels (Italië). Hij was aanvankelijk tuinman en kleermakersknecht. In 1749 trad hij in het klooster bij de redemptoristen. Gerardus was portier van ht klooster en hielp mensen die aan de deur klopten. Hij had aandacht voor minderbedeelden, gaf hongerigen brood, verschafte arbeiders werk, beschermde de oogst van landbouwers en gaf vissers ondanks storm een goede thuiskomst. Hij deed wonderen en was bij de mensen zeer geliefd.

Om Gerardus van zijn levenswijze af te brengen verscheen de duivel hem onder verschillende gedaanten en bedreigde hem, soms greep hij hem onder het lopen bij de keel en hield hem zó omkneld dat Gerardus dreigde te stikken.

Eens toen Gerardus de keuken verliet werd hij aangevallen door duivels in de gedaante van razende honden.
Gerardus zelf vertelde nog het volgende. “Op een zekere nacht werd ik door duisternis, regen en mist verrast, toen ik onderweg was vanaf Melfi langs de afgronden aan de oever van de rivier de Ofanto. Een duistere figuur riep mij aan en zei: “Voortaan ben ik uw meester”. Daarop riep ik de Heilige Drievuldigheid aan, waarop de duivel onderdanig werd en mijn paard naar Lacedonia geleidde.”

De H. Gerardus Majella, in het midden afgebeeld met een kruis en twee sleutels in zijn hand (hij was portier in het klooster) en een korf brood (als verwijzing naar zijn voedseluitreikingen aan de armen. Links wordt afgebeeld hoe hij, nadat hij in een donkere en stormachtige nacht was lastig gevallen door de duivel, de satan gelastte hem veilig over de woest stromende rivier de Olfanto te leiden. Rechts zien wij hoe Gerardus brood uitdeelt aan de armen.