Hendrik de Goede werd in 973 in Beieren geboren. In 1014 werd hij door de paus in Rome tot keizer gekroond. Zijn huwelijk met keizerin Cunegunde bleef kinderloos. Hij gaf veel aandacht aan het geloofsleven van zijn onderdanen, aan de levenswandel van de geestelijken en aan de bevordering van het kloosterleven. Hij stichtte het bisdom Bamberg en bouwde er op zijn kosten de domkerk. Daar vond hij in 1024 ook zijn laatste rustplaats in het grafmonument, waarin hij en zijn vrouw Cunegunde, zijn bijgezet.
“Kort voor zijn dood had de keizer een zware droom. De volgende dag vertelde hij erover aan zijn personeel. Hij droomde dat hij al dood was. Daar verschijnt Sint Michaël met de weegschaal om zijn goede en kwade daden tegen elkaar af te wegen. Van rechts komen er een paar duiveltjes aangeslopen die de weegschaal naar hun kant omlaag beginnen te trekken. Ze moeten er hard voor werken, maar ze zijn er toch behoorlijk zeker van dat zij in hun opzet zullen slagen… De keizer neemt dat alles waar en begint steeds ongeruster te worden. Hij staat er wat stilletjes bij, zoals een stout kind dat in de hoek is gezet. Maar hij bidt om hulp tot Laurentius. Dan verschijnt dus de heilige en deponeert de gouden kelk die Henricus ter ere van Laurentius had geschonken op de schaal met goede daden. Onmiddellijk slaat ze door en wel zo heftig, dat het duiveltje dat juist op de andere schaal was geklauterd, als het ware gelanceerd wordt en zich nog maar ternauwernood aan de ophangkettingen kan vastklampen. De keizer kan opgelucht adem halen: hij is gered.”