Dodo was getrouwd. Hij en zijn vrouw wilden hun leven aan God wijden. Hij trad in Mariëngaarde, het klooster van de Norbertijnen en zijn vrouw werd zuster in het klooster van Bartlehiem (Bethlehem). Zoals vele anderen in die tijd verrichtte hij zijn gebeden in eenzaamheid in een afgelegen hutje. Dat was echter zo gammel dat het instortte en hem verpletterde.