Antonius werd geboren omstreeks 251 in Egypte, als zoon van een rijke familie. Op zijn 20 ste hoorde hij in de kerk lezen uit het Evangelie: ‘Als je volmaakt wil zijn verkoop dan alles wat je bezit en volg mij’. Die tekst sprak hem wel aan. Na het overlijden van zijn ouders verkocht hij wat hij bezat en trok zich terug in de woestijn nabij de Rode Zee. Hij werd vele malen op de proef gesteld door de duivel. Vele nachten werd hij belaagd en wakker gehouden, maar Antonius doorstond de beproevingen. Zijn voorbeeld vond navolging bij jonge mannen die zich in de woestijn verzamelden en door hem werden geleid. Hij wordt meestal afgebeeld met een abtsstaf en een varken (het varken als symbool van de verleidingen die hij weerstond). Antonius wordt aangeroepen als geneesheilige voor verschillende kwalen. Op zijn feestdag in de winter werd varkensvlees uitgedeeld aan de armen.