Als hij vijftien is moet Maarten in dienst van het Romeinse leger. Als hij dan aan de poort van de stad een naakte bedelaar ziet, geeft hij hem de helft van zijn mantel. Hij gaf alles wat hij bezat, want de andere helft was van de keizer. ’s Nachts verschijnt Christus hem en bedankt hem voor zijn goedheid.
Als Maarten uit het leger ontslagen wordt komt hij uiteindelijk in Frankrijk terecht, waar hij enkele kloosters sticht. De bewoners van Tours kiezen hem tot bisschop en laten hem met een list dat ambt aanvaarden. Vanuit zijn klooster werkt Maarten aan de verspreiding van de Blijde Boodschap. Zijn graf in de omgeving van Tours wordt nog steeds zeer druk bezocht, want Maarten is een geliefde Heilige.
Met de schoolkinderen wordt vaak op 11 november, een Sint-Maarten-wandeltocht gehouden. De kinderen bellen aan de deur, zingen een lied en vragen om lekkers. Een eeuwenlange traditie om liefdadigheid in te prenten. Dat het voorbeeld van Sint Maarten ons mag inspireren tot compassie met wie het minder hebben.