Lange tijd had het ernaar uitgezien dat haar ouders geen kinderen zouden krijgen. Daarom hadden ze in hun gebeden Sint Nicolaas om hulp en voorspraak gevraagd. En hun gebed werd verhoord. Coleta werd geboren op 13 januari 1381in Frans-Vlaanderen. Haar ouders waren al op gevorderde leeftijd, maar ze waren dolgelukkig met hun dochter en drukten hun dankbaarheid uit door het te vernoemen naar Sint Nicolaas: Coleta.
Op haar 18e verloor ze haar beide ouders. Ze weigerde het huwelijk dat haar voogd, een abt, voor haar had geregeld. Ze verlangde liever een leven in dienst van God. Na een zoektocht trad ze in bij de clarissen in haar woonplaats. In een droom verscheen haar eens de heilige Franciscus van Assisi. Hij droeg haar op om de goede geest terug te brengen in de vervallen orde der franciscanen en de vrouwelijke tak ervan, de clarissen. Ze werd algemeen overste en begon in vele Europese kloosters prompt met het herstel van de goede geest, vooral op het punt van de armoede en de mentaliteit. Daarnaast stichtte zij zelf nog zeventien nieuwe vestigingen.
In haar gebedsleven had zij een bijzondere devotie voor de lijdende Jezus. Eens zou Maria haar verschenen zijn, waarbij ze Coleta een in stukken gehakt kind zou hebben laten zien met de woorden: “Zo en nog erger doen de zondaars met mijn zoon Jezus.” De officiële paus te Rome en de tegenpausen in Avignon betwistten elkaar het leiderschap van de katholieke kerk. Tussen haar andere bezigheden door werkte ze mee aan het herstel van het pauselijk schisma te herstellen.
Coleta stierf tenslotte in het door haar gestichte klooster te Gent.
Zij is patrones van de Franse plaatsen Corbie en Poligny en van de Vlaamse stad Gent. Daarnaast is zij patroonheilige van de clarissen, van de dienstmeisjes en van de timmerlieden (omdat haar vader timmerman was).
Haar voorspraak wordt ingeroepen tegen hoofdpijn, oogkwalen, koorts en onvruchtbaarheid; haar voorspraak wordt ook gevraagd door aanstaande moeders voor een goede zwangerschap en voorspoedige bevalling.