Zondag 21 oktober vertrokken we met 34 pelgrims uit Den Haag, Schipluiden en nog een aantal plaatsen uit ons land naar het Heilige Land. De grootste groep was met een ingehuurde bus naar Schiphol gegaan. Op Schiphol voegden de anderen, die met eigen vervoer waren gegaan, zich bij de groep. Het was een drukke dag voor het vliegverkeer. Op Schiphol hadden we al een uurtje vertraging en bij aankomst in Tel Aviv was het een drukte van je welste en duurde het lange tijd voordat we de douane passeerden en in de bus konden stappen voor de laatste etappe naar ons hotel. Het was een mooi hotel met zwembad in Tiberias, met uitzicht op het meer met gelijkluidende naam, ook wel het Meer van Gallilea of het Meer van Gennesareth genaamd. In het hotel waren we toe aan het heerlijke diner waarvoor het personeel langer had moeten blijven. Ze keken daardoor niet echt vrolijk. Na het diner konden we gelukkig gelijk naar onze kamers, waar onze koffers werden gebracht. We hadden in de bus ons avondgebed al gebeden, dus we konden direct gaan slapen. Het was een lange en vermoeiende dag geweest.
Maandag 22 oktober ontbeten we om 8.00 uur en zaten we om 9.00 uur in de bus, op weg naar de berg Tabor. Het is de hoogste berg in Galilea en daarom wordt aangenomen dat Jezus met Petrus, Johannes en Jakobus deze berg beklom en daar van gedaante veranderde terwijl Hij aan het bidden was. Naar dat hoogste punt van de Tabor werden wij met taxibusjes gebracht via een weg met vele haarspeldbochten. Die chauffeurs hebben een staaltje vakmanschap laten zien. Op de berg, bij de kerk die daar gebouwd is, hebben we de evangelielezing van de gedaanteverandering gelezen en heeft pastoraal werker Paul Mantelaers daar een toelichting bij gegeven en voorgebeden. We hebben dit gebedsmoment geopend en afgesloten met een lied. Na de kerk te hebben bezichtigd en weer veilig beneden aan de berg te zijn gekomen, zijn we naar Nazareth gegaan.
Als eerste bezochten we daar de Basiliek van de Annunciatie, van de boodschap van de engel Gabriël aan Maria. Deze basiliek is gebouwd op de fundamenten van drie oude bouwwerken, waarvan de oudste het huisje van Maria zou zijn geweest, waar de engel haar vertelde dat ze de Zoon van God ter wereld zou brengen. Op die plek, beneden in de Basiliek, hebben we samen ‘Ik groet U vol genade’ gezongen en een ‘Wees gegroet’ gebeden. De Basiliek en de ‘binnenplaats’ rondom de kerk is versierd met beelden en schilderijen van Maria en Kind uit de hele wereld. Op steenworp afstand van de Basiliek staat de Jozefkerk. Deze is gebouwd boven een soort grot waarvan men aanneemt dat die plaats de werkplaats van de H. Jozef is geweest waar Jezus zijn vader hielp en het timmermansvak leerde. In een restaurant in Nazareth hebben we geluncht. Vooraf baden we op deze plek heel gepast het ‘Engel des Heren’. Bij de lunch kregen we allemaal een drankje aangeboden door Corina, onze reisleidster, omdat haar vriend vandaag jarig was. Natuurlijk hebben we eerst ‘lang zal hij leven’ gezongen.
Na de lunch gingen we naar Kana, een tocht van ongeveer twintig minuten met de bus. In de kerk was op dat moment een huwelijksviering bezig. Het is een gewilde plaats voor katholieke bruidsparen om daar elkaar het Sacrament van het Huwelijk toe te dienen. Op de plaats die toegeschreven wordt aan het ‘Wijnwonder’, schuin onder de kerk, is nog een rest van een oud watervat te zien, waar destijds twee tot drie metreten (ca. 100 liter) water in ging voor het Joodse reinigingsritueel. Zes van zulke vaten liet Jezus met water vullen om vervolgens zijn eerste wonderteken te verrichten: het water veranderen in de beste wijn. Onze Israëlische reisgids (een Nederlands sprekende Arabische katholiek) lichtte al veel over het verhaal van de Bruiloft te Kana toe. Daarna lazen we de betreffende passage uit de Bijbel en gaf diaken Jos van Adrichem nog een korte uitleg dat Jezus in dit verhaal zich openbaart als de bruidegom van hen die Hem kennen. In dit verhaal waren dat in eerste instantie de dienaren, want zij wisten dat Jezus, en niet de man van de bruid, voor de heerlijke wijn had gezorgd. Wij die Hem kennen, die in Hem geloven, mogen Hem dus beschouwen als onze Bruidegom. Met die gedachte heeft Jos de zegen als bevestiging van onze ‘huwelijksrelatie’ met Jezus uitgesproken en, zij die dat wilden, persoonlijk gezegend.
Op het programma was ook een bezoek aan Muhraka opgenomen, maar doordat het programma door wachttijden op de diverse plaatsen was uitgelopen, hebben we dat bezoek gecanceld. Paul heeft in de bus wel nog verteld over deze ‘Plaats van het verzengen’ op de berg Karmel, het verhaal van Elia die als enige overgebleven profeet van God vierhonderdvijftig profeten van de god Baäl uitdaagde om te laten zien wie de ware God is. Misschien goed om het verhaal eens te lezen: 1Koningen 18, 16-46.
Rond 17.00 uur waren we weer bij het hotel. Even lekker ontspannen en daarna weer aan tafel voor het diner. De avond voor ons zelf. Morgen zal een drukke dag worden: diverse momenten rond en op het Meer van Galilea, bij de Jordaan, om vervolgens via Jericho naar Bethlehem te gaan.