O liefste Jesu zoet Guido Gezelle
‘k wil mij gans U geven nu, o liefste Jesu, zoet;
den loop van al mijn leven, U, mijn herte en mijn gemoed;
aanveerdt mijn herte en ’t Uwe zij, o Jesu, ook gegeven mij:
verwisseling van liefden doet met mij, o Jesu zoet.
‘k Beminne U, uit der maten zeer; o liefste Jesu, zoet,
die zegt dat ik U volgen, Heer, en U beminnen moet;
ik vrage U dan, o Jesu, kind, die kinderherten meest bemint,
dat Gij mij ’t allerhoogste goed in U beminnen doet.
Van herten zijn wij één voortaan, o liefste Jesu, zoet,
ik wil door alle smerten gaan, door allen tegenspoed;
en sterven zal ik, onversaagd, zoo Gij mij in Uw herte draagt,
en nimmermeer daaruit en doet, o Jesu, Jesu zoet!