Gebed van paus Franciscus voor het Heilig Jaar van de Barmhartigheid dat hij begin december opende.
Heer Jezus Christus,
U hebt ons geleerd om barmhartig te zijn zoals de hemelse Vader en hebt ons gezegd dat wie U ziet de Vader ziet.
Toon ons uw gelaat en wij zullen gered zijn.
Uw liefdevolle blik bevrijdde Zacheüs en Matteüs van hun verslaving aan geld;
en bevrijdde de overspelige vrouw en Maria van Magdala ervan hun geluk alleen te zoeken in een schepsel;
liet Petrus wenen na zijn verloochening en verzekerde de berouwvolle dief van het Paradijs.
Laat ons, alsof ze aan ieder van ons persoonlijk gericht zijn, de woorden horen die U sprak tot de Samaritaanse vrouw: “Als u de gave van God kende!”
U bent het zichtbare gezicht van de onzichtbare Vader, van de God die zijn macht boven alles openbaart door vergeving en barmhartigheid:
laat de Kerk uw zichtbare gezicht in de wereld zijn, haar Heer verrezen en verheerlijkt.
U hebt gewild dat uw dienaren zich ook met zwakheid bekleden, zodat zij medelijden voelen met hen die in onwetendheid en dwaling verkeren:
geef allen die hen naderen het gevoel door God verwacht, geliefd en vergeven te zijn.
Zend uw Geest en heilig ieder van ons met zijn zalving, zodat het Heilig Jaar van de Barmhartigheid een jaar van genade van de Heer mag zijn en uw Kerk, met hernieuwd enthousiasme, het goede nieuws naar de armen mag brengen, vrijheid verkondigen aan de gevangenen en onderdrukten, en blinden het zicht mag teruggeven.
Wij vragen u dit, Heer Jezus, op voorspraak van Maria, de Moeder van de Barmhartigheid, U die leeft en heerst met de Vader en de Heilige Geest in de eeuwen der eeuwen.
Amen.