De Drie Koningen zijn Caspar uit Tarsus, Balthasar uit Ethiopië en Melchior uit Arabië, zij worden ook wel de drie wijzen uit het Oosten genoemd, dit omdat zij in die tijd de toekomst konden voorspellen. Deze wijzen kwamen uit het Oosten om naar het kindje Jezus te kijken, dat net geboren was. Dit gebeurde op 6 januari, vandaar dat we dan ook het Driekoningenfeest vieren. Zoals het bij een geboorte betaamt, brachten ook de drie koningen cadeaus mee, nl. goud, wierook en mirre.
Balthazar gaf mirre, een soort geparfumeerde zalf, om aan te geven dat Jezus zou lijden en uiteindelijk zou sterven. Goud kreeg Jezus van Melchior om aan te geven dat Hij de Koning der Koningen zou zijn. Kaspar bracht wierook voor hem mee, om aan te geven dat Jezus vereerd zou worden.
Driekoningen wordt dus altijd gevierd op de zesde januari. Soms gaan kinderen dan langs de deuren, verkleed als koning en lopen met een ster in de hand. Ze zingen dan een liedje en krijgen als beloning snoepgoed. Eén van de liedjes die je in de Achterhoek hoort is: “Drie koningen, drie koningen. Geef mij een nieuwe hoed. Mijn oude is versleten, mijn moeder die mag het niet weten en mijn vader is niet thuis”.
In sommige gezinnen wordt ook een driekoningenbrood gebakken, in dat brood zitten drie bonen verstopt, twee witte en een bruine, wat weer slaat op de wijzen uit het Oosten, want één van had een donkere huidskleur. De bedoeling van dit brood is om de bruine boon te vinden, want wie deze boon vindt is voor één dag koning en dus de baas in huis, zo mag deze koning bijvoorbeeld het eten uitkiezen, hij mag zeggen welke spelletjes er gespeeld worden, enz.
Er zijn ook leuke weerspreuken in verband met driekoningen:.
Als het op driekoningen vriest, vriest het zes tot dertien weken lang.
Zet met driekoningen ramen en deuren open, want wind met driekoningen brengt zegen.